Veel mensen luiden het begin van het kerstfeest in met een bezoek aan kerstnachtmis op kerstavond. Na het zingen van het welbekende ‘Stille nacht’, ‘Komt allen tezamen’ en ‘De herdertjes…’ en het aanhoren van het kerstverhaal bij kaarslicht in de kerk, is iedereen volledig in de kerststemming. Na de mis wordt er volgens goed gebruik lekker gegeten en gedronken. Deze traditie komt voort uit het feit dat men vroeger om middernacht nuchter naar de mis moest. Na afloop van de anderhalf uur durende mis, was men natuurlijk uitgehongerd! In de vroege ochtenduurtjes at men daarom een soort ontbijt, met brood dus. De ‘gewone man’ at een worstenbroodje. In veel culturen drinkt men warme rode wijn of glühwein rond de kerst. Deze traditie is wellicht ontstaan om lekker even op te warmen na de mis, want de kerken waren vroeger steenkoud. De heerlijk geurende glühwein hoort daarom al sinds jaar en dag bij kerst.
Recept voor een worstenbroodje
- 250 gram halfom gehakt
- 1 pakje hartige taartdeeg
- 1 ei
- 1 fijngehakt uitje
- 1 oude boterham
- Peper
- Zeezout
- Nootmuskaat
- Een snufje foelie
Ontdooi de vellen hartige taartdeeg. Verwarm de oven op 220 graden. Mix het gehakt met de ui, het ei, peper, zeezout, nootmuskaat en foelie in een kom. Verkruimel het brood en kneed het door het gehakt. Klopt het ei los. Als het nodig is een beetje van het geklopte ei toevoegen aan het gehaktmengsel. Verdeel het gehakt in 10 gelijke porties en rol daarvan 10 worstjes. Leg een worstje op een vel deeg en rol er een worstenbroodje van. Bestrijk de worstenbroodjes met de rest van het ei. Schuif in de oven en laat 25 minuten bakken. U kunt de worstenbroodjes voor de mis maken en na de mis even opwarmen in de oven.
Klik hier voor het recept van de bijbehorende gluhwein.